De rivier de Maas is niet langer meer de belangrijke grensrivier waarachter zich 'vijandelijk gebied' bevindt. Dat was wel zo bij de de stichting van 's-Hertogenbosch en nog enkele eeuwen daarna. Thans maken de zogenoemde HAM-gemeenten (Hedel, Ammerzoden en Maasdriel) zelfs deel uit van het Stadsgewest 's-Hertogenbosch, al blijft het Gelders gebied. Ruim driehonderd jaar geleden, in 1698, toont het Bossche stadsbestuur grote belangstelling voor 'een sprong over de rivier'. In dat jaar wordt namelijk de Baronie van Hedel te koop aangeboden. Behalve het grondgebied hoort daar ook bij „een seer groot schoon casteel, van oude tijden sfeer vermaert om sijne sterckte, liggende rondtom in sijne diepe watergrachten ende in sijne wallen”. Bij dit alles bevinden zich bijgebouwen, boomgaarden en „een schoonen grooten ijskelder”. Enkele andere rechten die tot de Baronie behoren zijn onder meer de veerrechten over de Maas naar Bokhoven en Crevecoeur. De heerlijkheid was eigendom van Henriëtte Françoise van Hohhenzollern die in 1698 overleed. De koop geschiedt door haar echtgenoot Frédéric Maurice de la Tour d'Avergne.
In de vergadering van het stadsbestuur van 6 september 1698 wordt mededeling gedaan van het feit, dat 'de heerlijckheijt Hedel' in het openbaar verkocht gaat worden. De Bossche bestuurders hebben daar wel belangstelling voor, men heeft immers nogal eens moeilijkheden met de in Hedel gevestigde tol, terwijl men de waterwegen erg belangrijk vindt: „Insonderheijt om dese stadt uijt de Maas accesibel te houden”. De in het water - door Hedel - aangelegde kribben bemoeilijken de scheepvaart. Daar komt nog bij, dat de Henriëttewaard (aan deze zijde van de Maas gelegen) eveneens Hedels grondgebied is. En juist in deze zeventiende en achttiende eeuw is de functie van doorvoerhaven zeer belangrijk voor de economische ontwikkeling van de stad. Er wordt die dag een speciale commissie benoemd om de voor- en nadelen van een eventuele koop uit te zoeken.
Ruim een week later wordt het rapport over deze kwestie uitgebracht en behandeld. De stedelijke commissie vindt de verkoopcondities „seer duijster”. Bovendien zijn de dijken langs de Maas een groot probleem omdat het onderhoud daarvan grote kosten met zich meebrengt. Het advies is daarom de heerlijkheid niet aan te kopen, maar te proberen de Henriëttewaard in Bosch' bezit te krijgen, om zodoende toch een vrije waterweg naar de Maas in bezit te krijgen. Het negatieve koopadvies wordt door het Bossche stadsbestuur overgenomen in haar vergadering van 15 september. De Henriëttewaard koopt men echter toch niet aan; waarschijnlijk omdat de aankoop van een deel van de heerlijkheid niet mogelijk is.
De Baronie van Hedel wordt in 1698 bij de openbare verkoop voor een bedrag van 117.500 gulden verkocht aan Godefridus van de Poll, die reeds rentmeester van het Hedels kasteel was.
|